Er werd oprecht interesse getoond en er werden kritische vragen gesteld waardoor ik tot nieuwe inzichten ben gekomen.
In de hulpverlening hebben we de persoonlijke betrokkenheid het meest gewaardeerd. We voelden ons geen ‘cliënten’.
We hebben praktische handvaten gekregen om problemen in de relatie niet te laten escaleren (bijv: tijd voor elkaar, rust, bouwen aan elkaar in plaats van bevechten, ander niet wegduwden door ‘ik doe het wel alleen’).
Ik heb geleerd keuzes te maken en daaraan vast te houden. Eerder bleef ik altijd bezig met de vraag of ik het wel goed had gedaan, of ik wel het juiste besluit had genomen.
Ik heb geleerd meer stil te staan bij mijn verdriet en niet alles van de ander te verwachten. Ik voelde me erkend en de supervisor had een gezonde betrokkenheid. Ze sloot steeds aan bij de vragen die ik op dat moment had. Ik was eigenaar van mijn eigen proces.
Het doel: werken aan ons huwelijk, het groeien in liefde en vertrouwen is absoluut bereikt. Ik heb een ‘maatje’ gekregen. Dat heeft te maken met mijn eigen groei en ontwikkeling (en dat had ik van te voren niet bedacht).
De therapeut was uitnodigend en respectvol en gaf erkenning voor moeilijke dingen. Ik vond het prettig geen andere cliënten tegen te komen.
We hebben gewerkt aan het onder woorden brengen van de problematiek (in ons gezin) en geleerd eigen grenzen aan te geven.
De benadering/houding van hulpverlener was meer luisterend/begeleidend dan sturend. Centraal stond wat wij nodig hadden. De manier van hulpverlenen gaf ons vertrouwen.